CDA dient motie van treurnis in

Het CDA heeft, samen met de fractie van mede-oppositiepartij Gemeentebelangen, een motie van treurnis ingediend tegen het college en de verantwoordelijk wethouder vanwege de kostenoverschrijdingen op de reconstructie van het Fontanusplein en het Kerkplein. Dat gebeurde in de raadsvergadering van 22 april 2021. Een – voor Puttense politieke begrippen – hoogst ongebruikelijke stap, die het CDA niet snel zet.  Maar er is dan ook echt wel wat aan de hand. Voor de tweede keer in korte tijd blijkt voor een project ruim 35% meer geld nodig dat waarom het college aanvankelijk had gevraagd. Eerder gebeurde dit al bij de renovatie van het gemeentehuis.

In Nederland ligt het recht om te beslissen waar publiek geld aan wordt besteed bij de volksvertegenwoordiging. In jargon wordt gesproken van het budgetrecht. In de gemeente is dat de gemeenteraad. Dat het dan bij de krediet aanvraag twee keer zo misgaat is kwalijk. In de eerste plaats geeft het blijk van onvoldoende voorbereiding. In de tweede plaats stemt de gemeenteraad bij toekenning van het krediet principieel in met het uitvoeren van het voorliggende plan. Met het instemmen met een kredietverzoek komt de raad dus op een soort onomkeerbaar punt. Dat de kredietvoorbereiding voor het centrumplan gebrekkig is gebleken klemt des te meer omdat er vooraf voor de ontwikkeling van het centrumplan veel geld beschikbaar is gesteld. In totaal gaat het om zo’n 400 duizend euro aan voorbereidingskredieten. Bij de uitvoering is men vervolgens tegen al die ontbrekende zaken aangelopen, die voor de goede uitvoering van het project wel gewoon zijn uitgevoerd. Als gevolg van tekortschietende budgetbewaking kwam, naar zeggen van het college, informatie over tekorten relatief laat naar boven. Als laatste in de keten van missers hield het college de informatie lang binnenshuis, en werd pas in maart – vlak voor oplevering – bij brief de gemeenteraad geïnformeerd.

Tot tweemaal toe de gemeenteraad op het verkeerde been zetten met een veel te lage kredietaanvraag en – in het geval van het centrumplan – deze informatie als voldongen feit met de gemeenteraad delen hebben voor het CDA geleid tot de stap om met de hoogst ongebruikelijke motie van treurnis te komen. Deze is de lichtste vorm van drie moties die de raad kan inzetten om haar ongenoegen over het handelen van de wethouder en/of het college kenbaar te maken. De middelste variant is de motie van afkeuring, de zwaarste variant is de motie van wantrouwen. Er gaat veel goed in Putten, en het CDA heeft daarom ook veel respect en waardering voor het college. Maar op deze twee projecten, en het gaat hier om serieus grote projecten, gaat het echt goed mis. Met de motie van treurnis heeft het CDA samen met Gemeentebelangen een streep willen trekken als het gaat om de rechten en bevoegdheden van de gemeenteraad: het budgetrecht is aan de raad. Tot hier en niet verder.

De coalitiepartijen kwamen met een eigen motie, die moet leiden tot het aanpakken van een heel beperkt stukje van het probleem: een protocol waarin de raad aangeeft hoe ze geïnformeerd wil worden over grote projecten. Een heel beperkt stukje, als – gelet op het voorgaande – het al misgaat in de voorbereiding, en door gebrekkige budgetbewaking de informatie die dan gedeeld zou moeten worden überhaupt niet – of pas laat beschikbaar komt. Door de aandacht naar de raad te verplaatsen, als ook door het stichten van heel veel verwarring over feiten en cijfers, kozen de coalitiepartijen ervoor om het college en de verantwoordelijk wethouder in bescherming te nemen. Dat is niet ongebruikelijk in de politiek. Maar op een zo belangrijk onderwerp, waar zulke structurele missers worden begaan was naar de mening van het CDA de juiste weg geweest om niet het college maar de gemeenteraad in bescherming te nemen. Dat de coalitiepartijen dat niet doen valt hard in een tijd waarin vertrouwen in de politiek zwaar onder druk staat. In de landelijke politiek is de zwakke (of verzwakte?) positie van de volksvertegenwoordiging ten opzichte van het kabinet (in gemeentelijke termen: de gemeenteraad ten opzichte van het college) volop onderwerp van discussie. Wat het CDA betreft moeten de coalitiefracties dit zich dan ook zeer aanrekenen.

De motie van treurnis van het CDA en Gemeentebelangen kreeg geen meerderheid. De motie van de coalitiepartijen uiteraard wel. De motie van de coalitiepartijen geeft, zij het omfloerst, wel blijk van ongenoegen over de gang van zaken. En met de oproep sec om naar het protocol voor informatievoorziening is op zichzelf niets mis. Reden waarom het CDA uiteindelijk onder het motto ‘iets is beter dan niets’ wel haar steun voor die motie uitgesproken. Daarmee is voor het CDA de kous niet af. Veel is nog onduidelijk en de verantwoordelijk wethouder heeft diverse toezeggingen gedaan om meer openheid van zaken te geven. Verder moet de tweede fase van het centrumplan (de winkelstraten) nog worden uitgevoerd, en ook ten aanzien van die fase heeft het college reeds een ‘winstwaarschuwing’ afgegeven. Dat baart het CDA grote zorgen. Wat het CDA betreft heeft dit college het centrumplan laten ontsporen. Dit college heeft dan ook de taak om voortvarend aan de slag te gaan en met een degelijk herstelplan en dito kredietaanvraag het vertrouwen te herstellen.

Een goed functionerend winkelcentrum, waarin de infrastructuur op orde is, is ook voor het CDA van groot belang. En dat mag ook best wat kosten. Maar dan wel volgens de juiste stappen en in de juiste volgorde. Dat is het college verplicht richting inwoners en betrokken ondernemers. Dat de uitgestelde uitvoering van de tweede fase straks onder nieuw college zal plaatshebben doet aan die plicht voor dit college niets af.

Het CDA zal de ontwikkelingen kritisch blijven volgen. Daarvoor zal zij de middelen en rechten die haar als raadsfractie ten dienste staan inzetten. Als het nodig is, en in het uiterste geval, met zwaardere moties dan de motie van treurnis die in de recente raadsvergadering werd behandeld.

Zondagsrust

Laat ik maar meteen met de deur de kerk invallen: Het CDA Putten is voorstander van de zondagsrust. Hiermee volgen wij de bijbel waarin God ons leert dat er 6 dagen gewerkt mag worden en dat de zevende dag een bijzondere dag is, een dag om uit te rusten en een dag om Hem te danken voor zijn zegeningen. In onze christelijke cultuur is deze zevende dag de zondag. Een dag van rust, reflectie en bezinning. Een dag die anders is dan de andere dagen van de week. Veel inwoners gaan op zondag naar de kerk om hun geloof te belijden. Niet iedereen heeft dezelfde invulling van de zondag maar het is voor iedereen een sociale ontmoetingsdag met familie en vrienden. Door de winkels op zondag gesloten te houden geven wij ook de ondernemers en hun werknemers de gelegenheid om vrij te nemen, om naar de kerk te gaan en om familie en vrienden te ontmoeten. Onze economie wordt er, naar onze mening, niet slechter van om een dag in de week rust te nemen. Verruiming van de winkeltijden in de avonduren heeft ook immers voornamelijk gemak voor de klanten en in mindere mate omzetstijging voor de ondernemer opgeleverd.

Het CDA wil gewoon de zondag als rustdag voor iedereen behouden, om vol goede moed aan de nieuwe werkweek te beginnen.

Putten en de pleinen..

In een recente Raadsinformatiebrief heeft het college de gemeenteraad geïnformeerd over de voortgang van de reconstructie van het Kerkplein en het Fontanusplein in Putten. In juli 2019 heeft de Gemeenteraad een krediet van €4.050.000,- beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het Centrumplan, waarvan de reconstructie van de pleinen deel uitmaakt. Binnen het genoemde krediet is voor de pleinen €1.609.000,- voorzien.

Middels de RiB wordt de Raad medegedeeld dat de pleinen naar verwachting in de loop van april 2021 zullen worden opgeleverd, maar dat inmiddels de teller voor kostenoverschrijdingen op bijna 600 duizend euro staat – ruim 35% ten opzichte van het oorspronkelijk budget.

Voor de CDA-fractie een dejavu met de renovatie van het gemeentehuis: na een aanvankelijke kredietaanvraag van 6 miljoen euro bleek al voor uitvoering een tekort te bestaan van 2,3 miljoen euro, ook hier dus een overschrijding van ruim 35%.

Wat in de onderhavige situatie afwijkt ten opzichte van de renovatie van het gemeentehuis is dat hier de kostenoverschrijding worden gemeld op een moment dat de kosten al zijn gemaakt. Het college geeft in de brief aan binnenkort met een aanvullend kredietverzoek te komen. Dat zal na oplevering van de pleinen zijn, waarmee de Raad dus voor een voldongen feit wordt geplaatst.

Op 12 april 2021 bespreekt de Raad de RiB van het College in de Commissie EBOR. Het CDA maakt zich zorgen over de mate waarin het college in staat is (gebleken) grote projecten te managen en beheersen en heeft dan ook – ter voorbereiding en gedachtenvorming op die commissievergadering – een informatieverzoek gedaan over de gang van zaken tijdens de ontwikkeling van de plannen en gedurende de uitvoering. Kern van de vraag is: wie was er op welk moment op de hoogte van de overschrijdingen.

Wim heeft schriftelijke vragen gesteld. Lees hier de vragen.